Anno Dijkstra

Expo#30 - 10 jaar Emergent

Nadat Anno Dijkstra vooral iconische beelden verwerkte, die tot het collectieve geheugen behoren, verlegde hij de focus naar dat anonieme collectief zelf, en lichtte er willekeurig iemand uit om die levensgroot of 40 cm hoog in een sculptuur om te zetten. Sinds enige tijd verschijnen er opmerkelijk veel handen in zijn werk. In plaats van de beelden van overal ter wereld, die ons dagelijks overspoelen maar tegelijk op afstand blijven, bevraagt hij nu het contact met de directe omgeving. Zoals de beeldhouwkunst - misschien meer dan het oog - onze tastzin prikkelt.

Naar aanleiding van Anno Dijkstra’s solo Nabeeld in Emergent schreef Roxane Baeyens: “Het maken van een sculptuur is voor Dijkstra als een ‘archeologie van het kijken’. Laag per laag stript hij het voor hem niet-essentiële weg. Dit wegstrippen houdt niet alleen een vereenvoudiging in, maar ook een verrassende intensifiëring en zelfs transformatie. Plots kantelt het beeld! Het materiaal waarin Dijkstra zijn beelden giet, is plasticine. Het doet denken aan het materiaal waarin kinderspeelgoed vaak gemaakt is. Op deze manier bekleedt de kunstenaar zijn beelden met een laagje onschuld, een laagje nuchterheid. Plasticine is een banaal materiaal en zelfs een soort antimaterie.

Expo #15 - Nabeeld

Anno Dijkstra’s werk onderging een belangrijke transformatie: binnen zijn oeuvre trad een verschuiving op van een meer activistisch geïnpireerde, geëngageerde kunst naar het vertellen van (persoonlijke) verhalen. Voorheen waren zijn sculpturen eerder een (poging tot het) objectief registreren, nu zijn ze een hypersubjectieve interpretatie van de werkelijkheid. “Kunst is subjectief”, slechts een verdichting. “Met verhalen ga je de wereld natuurlijk niet redden, maar het delen van deze persoonlijke verhalen is oh zo belangrijk!” Voor de kunstenaar is het dan ook noodzakelijk dat zijn werk na realisatie toebehoort aan de gemeenschap, wat zijn voorliefde verklaart voor werken in de openbare ruimte.

Dijkstra’s sculpturen vertellen over beelden, het ontstaan van beelden, het afbeelden, de implicaties van beelden en de uiteindelijke eigendom ervan. Zijn beeld is het resultaat van een conglomeratie van voorbijflitsende beelden: in een fractie van een seconde nam de kunstenaar iets waar. Het woord ‘nabeeld’, dat het tot titel van deze tentoonstelling schopte, verwijst naar dit voorbijflitsende moment dat de kunstenaar nadien nogmaals in
zijn geheugen tracht op te zoeken in een poging om het te herbekijken. Dit nabeeld onderscheidt zich natuurlijk in belangrijke mate van wat effectief aanwezig was, maar soms vertelt het meer dan het ‘echte’, oorspronkelijke gegeven. Vele van dergelijke momenten samen maken een hypersubjectief beeld. Bovendien is het vaak niet zo zeer het waargenomene, maar eerder de ermee gepaard gaande beleving die uiteindelijk in beeld wordt gebracht. Het maken van een sculptuur is voor de kunstenaar als een “archeologie van het kijken”. Laag per laag graaft hij zijn beeld uit. Laag per laag stript hij het voor hem niet essentiële weg. Dit wegstrippen houdt niet alleen een vereenvoudiging in, maar ook een verrassende intensifiëring en zelfs transformatie. Plots kantelt het beeld!

Het materiaal waarin Dijkstra zijn beelden giet, is PU hars. Het doet denken aan het materiaal waarin kinderspeelgoed vaak gemaakt is. Op deze manier bekleedt de kunstenaar zijn beelden met een laagje onschuld, een laagje nuchterheid. PU hars is een banaal materiaal en zelfs een soort antimaterie.

Expo #4 - Een onvervalste leugen

Anno Dijkstra beweegt zich in zijn beeldhouwkunst op het scherp van de snede. Vaak bedient hij zich van iconische beelden, die tot het collectieve geheugen behoren. Zo tast hij af hoe we ons tot die beelden verhouden, en evenzeer wat die beelden met ons doen. The Liberators bestaat uit vier bustes in plasticine. Op het eerste gezicht is daar vier keer het portret van Adolf Hitler in te herkennen. Bij nader toezicht blijkt het echter telkens om een ‘andere’ Hitler te gaan. Het betreft meer bepaald portretten van vier filmacteurs die Hitler ‘gespeeld’ hebben. De installatie Proces is gecreëerd in de context van de tentoonstelling What Matters, waar het op aankomt in het Psychiatrisch Ziekenhuis Duffel (co-curator Rolf Quaghebeur). Het ziekenhuis organiseert driejaarlijks een tentoonstelling om door middel van kunstwerken psychiatrie bespreekbaar te maken. De man die hier levensgroot in plasticine afgebeeld is, leed aan psychoses en werd door de jaren heen diverse keren in Duffel opgenomen. Tijdens de voorbereiding van de tentoonstelling maakte hij een einde aan zijn leven. Anno Dijkstra zocht familieleden op en interviewde hen. Op basis van fotomateriaal maakte hij een levensgroot portret. Fragmenten van de interviews, alle ingesproken door eenzelfde acteur, klinken uit luidsprekers. We horen afwisselend reflecties over de overledene - waarbij elk zijn of haar beeld van hem schetst - en reacties op het beeld dat Anno Dijkstra van de man geboetseerd heeft.