Marcel Berlanger

Expo #33 - Analyse van een verschijning (Het Landschap)

Marcel Berlanger heeft een eigen drager van glasvezel ontwikkeld. Zijn schilderijen doen enigszins aan gepixelde beelden denken. Hij vertrekt vaak van een foto. Daarop trekt hij een ortogonaal raster van potloodlijnen, dat hij uitvergroot op zijn doek overzet en vierkant per vierkant invult. Daardoor vallen traditionele picturale aspecten als compositie weg.

Vanaf begin jaren 2000 baseert Berlanger zich regelmatig op een boek van Paul Cézannes Mont Ste-Victoire-doeken. Onder elke reproduc- tie is een foto afgedrukt, die de Engelse foto- graaf John Rewald in de jaren 1920 genomen heeft op exact dezelfde plaatsen waar Cézanne zijn ezel gezet heeft. De foto als uitgangspunt nemend, merkte Berlanger hoe Cézanne eerst nauwgezet afgebeeld heeft wat hij zag en ver- volgens met kleine aanvullingen de compositie ‘vervolledigd’ heeft. Aan de hand van ter plekke genomen foto’s van details paste Berlanger, Cézanne volgend, het beeld aan. Daardoor situeren de resultaten zich tussen foto en schilderij.

Een recente reeks bestaat uit afbeeldingen van regen. Een dergelijk complex natuurlijk feno- meen in een geschilderd beeld vatten, vereist weloverwogen procedures. In een van de doe- ken heeft de schilder zijn getekende raster een lichte inclinatie gegeven, parallel aan de regen.

Expo #31 - Zindering

Al bijna dertig jaar gebruikt Marcel Berlanger (°1965) een aparte schildertechniek waardoor hij een eigen plaats inneemt binnen de kunstwereld. Hij schildert namelijk op witte lagen vezelplaat die normaal gebruikt wordt voor de bouw van boten, vliegtuigen en industrieel design. Dat geribbelde oppervlak zorgt voor een korrelige textuur die zijn schilderijen meer diepte verlenen. Berlanger schildert naar bestaande afbeeldingen die hij heeft onderverdeeld in een raster-structuur. Die vakjes vult hij, haast machinaal in, van rechts naar links. Zo gaat hij het beeld letterlijk construeren, zoals een printer of machine. Daardoor bant hij opzettelijk het schilderkunstige gebaar, de romantische toets. Hij gaat dan ook voor een haast wetenschappelijke, anti-expressieve benadering waarbij de onderliggende raster-structuur niet wordt verborgen. De kunstenaar laat af en toe ook opzettelijk fouten in zijn programma sluipen door bepaalde vakjes niet in te vullen of bovenop zijn composities een graffiti-tag toe te voegen. Of hij brengt, om het illusionaire karakter van de schilderkunst te verstoren, perforaties aan in zijn werk, waardoor de achterliggende ruimte ook in de compositie wordt opgenomen. Door soms ook neonbuizen achter zijn schilderijen te plaatsen, versterkt hij de associaties die sommige afbeeldingen hebben met billboards of reclamepanelen.

(fragment uit tekst Sam Steverlynck)

Expo #2 - Grenzen/loos

All Hands on Deck toont een oeverloze zee. Het is het soort beeld dat bij elkeen onmiddellijk emoties oproept. Bekijkt men het doek van dichtbij, dan lijkt het beeld uiteen te vallen in een verzameling schijnbaar willekeurig geschilderde, zwarte vlekken. Zo kan het lijken alsof het schilderij de directe neerslag vormt van een louter intuïtieve en expressieve schilderkunstige handeling. Maar bij nader toezien blijkt hoe strak en berekend dit beeld geconstrueerd is. Als onderlaag heeft de schilder een zogenaamde dégradé op het doek aangebracht, waarbij twee kleuren geleidelijk in elkaar overvloeien. Berlanger maakt dikwijls gebruik van de aloude rastertechniek om een kleine afbeelding – de foto die hem tot voorbeeld dient – gelijkmatig en nauwkeurig uit te vergroten. Nadat hij het uitvergrote raster met potlood op de onderlaag uitgetekend heeft, vult hij vierkant na vierkant met zwarte verf in. Dat hij onderaan een stuk dégradé onbedekt gelaten heeft, versterkt het geconstrueerde karakter van het beeld. Bovendien schildert Berlanger op een zelf ontwikkelde drager van in kunsthars gedrenkte glasvezel, die via haar geprononceerde textuur de illusie van een gepixelde, fotografische reproductie oproept. In Berlangers tweede werk in deze tentoonstelling is het beeld gereduceerd tot niets dan een raster. Niettemin heerst ook hier een spanning tussen homogeen en heterogeen, grenzeloos en particulier, systeem en willekeur. De titel, Mohair, verwijst naar een soort zijde-achtig textiel, vervaardigd met haar van de Angorageit. Tegelijk is het een knipoog naar De Moeren.

Expo #1 - Constructies

Marcel Berlanger (1965) schildert op een zelf ontwikkelde drager van glasvezel. De structuur ervan is veel duidelijker en regelmatiger dan bij doek. Vaak hebben zijn figuratieve beelden één duidelijk onderwerp of motief. Dit motief wordt in één kleur geschilderd. Het resultaat oogt als een gepixelde foto. Twee werken in Constructies stellen een cactus voor. Berlanger haalt dit soort afbeeldingen uit plantenboeken, vandaar de Latijnse titels. Het interesseert hem hoe zo’n stukje flora deel uitmaakt van een classificatie en zo bijna fungeert als de letter van een alfabet. Tegelijk bespeelt hij de emoties of associaties die zijn geschilderde illusie bij de kijker oproept. Hij houdt zich niet alleen bezig met de constructie van zijn werk, maar tevens met de wijze waarop ons brein erop reageert. Berlanger experimenteert graag. Voor de eerste keer in zijn loopbaan heeft hij een driedimensionaal schilderij gemaakt, dat midden in de ruimte staat en waarop een stuk rots afgebeeld is. Het schilderen van rotsformaties heeft schilders – Courbet, Cézanne – de weg getoond naar de abstractie. Hun fascinatie voor natuurlijke processen heeft hen steeds dichter gebracht bij de interne wetmatigheden of constructie van het beeld zelf.