Kurt Ryslavy

Expo #6 - Positie kiezen

Destijds is Kurt Ryslavy, uit economische noodzaak, naast zijn kunstpraktijk tevens verdeler van ‘De Oostenrijkse wijnen’ in Brussel geworden. Deze positie stelt hem inmiddels in staat de economische voorwaarden, de mogelijkheden en limieten van zijn kunstenaarschap op scherp te zetten. De dubbele deur verwijst naar zijn Brusselse huis, dat een dergelijk fijnzinnige mix van connaisseurschap inzake zowel kunst als wijn tentoonspreidt dat het een ideale omgeving vormt voor de verkoop van beide. Tür werd voor het eerst tentoongesteld in de tentoonstelling tussenin/inbetween in MDD te Deurle. Beiwerk zu Tür heet de bijhorende editie: een metalen kastje met de sleutels die in de deursloten passen. Deze ‘klassieke sculptuur’ (in de woorden van de kunstenaar), die een naturalistische imitatie van een deur is en als dusdanig voor een parafrase zou kunnen doorgaan van Alberti's vijftiende-eeuwse definitie van het schilderij als een ‘venster’, doet sterk denken aan en functioneert enigszins gelijkaardig aan de naturalistische afbeelding van een pijp in het schilderij La trahison des images van René Magritte. Ook Ryslavy’s algemene artistieke attitude doet aan Magritte denken, of aan de Weense architect Adolf Loos: het in vraag stellen van sociale of economische conventies gebeurt niet door de aanname van een manifest revolutionair elan, zoals bij zijn ‘voorvaders’ van het Wiener Aktionismus, maar juist door als kunstenaar de nijvere ondernemer te spelen, meesterlijk te doen alsof. In de schilderijen, met de veelzeggende generische titel facture decorative n° (le monochrome avec son arrière-plan économique) vormt de act van de aankoop, die het lot van een kunstwerk bezegelt, het eigenlijke onderwerp van het schilderij. In dezelfde moeite wordt het meest zwaarwichtige schilderkunstige genre van de twintigste eeuw – het monochroom – van elk overgewicht ontdaan, en vervoegt het de atmosfeer van de dagelijkse routines, waarin een correct opgestelde factuur de wereld doet draaien.

Speciaal voor de tentoonstelling heeft Kurt Ryslavy een nieuw kunstwerk gerealiseerd. Dat bestaat enerzijds uit twee ruwe, grote, rechtopstaande kalkzandstenen uit de groeve van Balegem, anderzijds uit vier beschermhoezen waarvan er drie met een woord bedrukt zijn. De stenen doen denken aan een oud monument, of het soort rechtop geplaatste stenen die soms een grens of bergpas markeren. Een Duitstalige variant van het werk is enkele jaren geleden in Oostenrijk tentoongesteld.

In elk van de stenen is een wapenschild gebeiteld: dat op de grootste steen bevat de Vlaamse leeuw; het andere is het wapenschild van Schore, een klein maar oud dorp in de omgeving. Onder elk schild is een woord in de steen gekapt: respectievelijk ‘SUBSIDIEONTVANGER’ en ‘SCHOREM’, waarbij de laatste letter blank gelaten is. Binnen in de galerie hangen vier hoezen. Deze kunnen in diverse combinaties van de muur gehaald en buiten over de ‘monumenten’ geschoven worden, als was het om ze te beschermen. Op die manier kunnen diverse woordcombinaties gevormd worden.

In dit kunstwerk wenst de kunstenaar geen duidelijke opinie te ventileren. Hij reikt de voorbijganger als het ware de ‘ingrediënten’ aan om zelf positie te kiezen. In de voorbije maanden is er in de Vlaamse pers heel wat inkt gevloeid over de positie van de kunstenaar en de maatschappelijke betekenis van kunst. Daarbij werd meer dan eens de vraag opgeworpen of hedendaagse kunst (nog) een belangrijke maatschappelijke rol speelt, en zo ja, wat we daar (als belastingbetaler) al dan niet voor over hebben.