Cathérine Claeyé

Expo #30 - 10 jaar Emergent

Cathérine Claeyé hebben we bij diverse gelegenheden in Emergent leren kennen als een schilder van delicate landschappen. Na studies filosofie heeft ze zich in haar kunst altijd tot de natuur verhouden, zij het in concrete land art-projecten, in landschapsschilderijen of, tegenwoordig, in weergaves van planten en bloemen.

De schilderijen van Cathérine Claeyé bewegen zich steevast op het scherp van de snee, op de grens tussen alles en niets, het schijnbaar onnozele en het sublieme. Ze weet een grote spanning te genereren tussen de materiële componenten van het schilderij en de virtuele ruimte van het beeld, tussen het concrete en het imaginaire, het letterlijke en het mogelijke. Dat verleent haar beelden een grote suggestieve kracht én een bijzondere kwetsbaarheid, een kinderlijke speelsheid én een existentiële geladenheid. Misschien kunnen we die spanning tussen iets en niets, die concrete materialiteit in relatie met die sprankelende, fragiele, vluchtige schoonheid, erotisch noemen. Waarbij als kijker het gevoel je kan overvallen, dat het beeld elk ogenblik als een zeepbel uiteen zou kunnen spatten.

Expo #16 - Drie solo's

“Met vrij weinig middelen weet Cathérine Claeyé een heel diverse ruimtelijke ervaring op te roepen”, schreef Frank Maes een poosje geleden. “Haar landschappen worden gekenmerkt door een spanning tussen de materiële componenten van het schilderij en de virtuele ruimte van het beeld waarin de toeschouwer kan duiken. Een spanning ook tussen het concrete en het imaginaire, het letterlijke en het mogelijke.” In zekere zin is het een erotische spanning. “Want wat is erotiek anders dan een spanning opgebouwd op basis van verschijningen die heel gemakkelijk doorprikt kunnen worden,” legt de curator ons uit tijdens het atelierbezoek. Een erotische spanning ‘in the eye of the beholder’. Een “verleidelijke suggestie,” begrijp ik. “Die dubbelzinnige ambiguïteit die nooit opgelost geraakt, maakt de kwaliteit van jouw werk,” richt de curator zich tot de kunstenares. Claeyés werken blijven letterlijk ‘werken’. De toeschouwer kan ze nooit echt vastpinnen op iets. Het beeld kantelt voortdurend. In een flits ziet de toeschouwer een gat in het beeld als een idyllische vijver, een seconde later is er alleen nog het bodemloze gat: het verschijnende en verdwijnende landschap.

“Ik begin altijd opnieuw,” vertelt de kunstenares. “Elk werk is een nieuwe wereld.” Claeyés oeuvre kent dan ook een grote verscheidenheid en tegelijkertijd heeft het een onmiskenbare eigenheid binnen het genre van het landschap. Een genre waarin al zoveel de revue passeerde. Omdat elk werk een nieuwe wereld is, wordt de toeschouwer nooit ondersteund door ‘gewenning’. Elk schilderij is een toegang tot een “zone” (vandaar de titels van haar werken) die je kan betreden om te ontdekken en ervaren. Zelfs als de toegang minimaal is, blijft er steeds de uitnodiging. Die moet de toeschouwer grijpen om zijn of haar eigen pad binnen Claeyés oeuvre te bewandelen. Zo worden de schilderijen als het ware onderzoeksobjcten van het aftastende oog van de toeschouwer.

“Cathérine Claeyés werk balanceert op het scherp van de snee, op de grens tussen alles en niets, het schijnbaar onnozele en het sublieme. Tegelijkertijd gekenmerkt door een kinderlijke speelsheid en een existentiële geladenheid, heeft haar werk bijna iets absoluuts,” besluit de curator.

Expo #3 - Uitblinkend door afwezigheid

De schilderijen van Cathérine Claeyé bewegen zich steevast op het scherp van de snee, op de grens tussen alles en niets, het schijnbaar onnozele en het sublieme. In haar landschappen weet ze met vrij minimale middelen, soms in slechts enkele, spaarzame toetsen of verfstreken, heel diverse ruimtelijke ervaringen op te roepen. Daardoor creëert ze een grote spanning tussen de materiële componenten van het schilderij en de virtuele ruimte van het beeld, tussen het concrete en het imaginaire, het letterlijke en het mogelijke. Dat verleent haar beelden een grote suggestieve kracht én een bijzondere kwetsbaarheid, een kinderlijke speelsheid én een existentiële geladenheid. Misschien kunnen we die spanning tussen iets en niets, die concrete materialiteit in relatie met die sprankelende, fragiele, vluchtige schoonheid, erotisch noemen.