Damien De Lepeleire

Expo #30 - 10 jaar Emergent

Kenmerkend voor het oeuvre van Damien De Lepeleire is het schilderen van uiteenlopende reeksen. Voor de tentoonstelling Een onvervalste leugen (2014) schreef Frank Maes hierover: “De Lepeleire maakt beelden van beelden, voorstellingen van voorstellingen. Hij kopieert: een praktijk die eeuwenlang het leerproces in de kunstacademies domineerde en nu op sterven na dood lijkt. Paradoxaal genoeg is het precies in en via hun tekortkomingen, in de onmogelijkheid om de perfecte kopie te zijn, en bijgevolg in de kleine of grote afwijkingen ten opzichte van het origineel, dat deze afbeeldingen hun eigen autonomie en waarde verkrijgen.

In de zomer van 2022 maakte De Lepeleire een nieuwe reeks doeken die voornamelijk vrouwenlichamen voorstellen. Het zijn beelden waar we dagelijks mee geconfronteerd worden via allerhande media-kanalen. De werken kregen de titel Black & White omdat de hele reeks enkel met zwarte en witte verf vervaardigd werd. Het vrouwenlichaam wordt bovendien met geen enkel penseel aangeraakt, het is de uitsparing van de verf die uiteindelijk het beeld vormt. In een interview stelt François de Coninck dat elk nieuw project een gelegenheid biedt om jezelf opnieuw te testen. De kunstenaar antwoordt daarop: “(...) De serie ontleende zich daarvoor: eerst voerde ik een mechanische taak uit - het maken van de achtergronden, dat is technisch werk - en vervolgens bracht ik in één sessie het zwart en het wit aan. Dat is een redelijk per- formatieve handeling - dan gebeurt er wat er moet gebeuren.

Expo #15 - Koorts

Zowel de installatie Homeless Barocco als de Inferno’s Floor-reeks zijn vormen van wat Damien De Lepeleire ‘New Arte Povera’ gedoopt heeft. Beide zijn tevens odes aan de toegepaste kunsten. Welke kunst is bescheidener dan deze der mozaïeken, met haar geduldig naast elkaar geschikte tesserae, (meestal) gemaakt om over heen te lopen? Welk kunstwerk is schitterender dan die myriaden van stukjes gekleurde steen of glas? De Lepeleires werken zijn mozaïeken – die evidentie maakt de blik van zowel kunstenaar als toeschouwer vrij om zich over te geven aan het beeld. En neen, dit zijn geen mozaïeken: het zijn omkaderde doeken, beplakt met knipsels, daartussen fel gekleurde lacunes, naal afgedekt met een transparante acryl-laag. De Lepeleires veelvormige oeuvre telt heel wat beelden van beelden. De reproductie verraadt het origineel, weet hij: materie noch formaat overleven haar. Niettemin slaagde hij er keer op keer in om met dit ‘tweederangs’ materiaal iets te creëren dat we nog nooit gezien hadden. En dat heeft hij ons opnieuw gelapt: door zijn knipsels in de vorm van mozaïek- steentjes verder te verknippen en die, zoals een nederige stielman, naarstig naast elkaar te kleven, trekt hij ons binnen in de eenvoudige en tegelijk betoverende ‘werking’ van zijn maaksels. Zo verschaft hij ons het geluk van een frisse blik, vereist om te kijken naar iets dat oorspronkelijk, anders gezegd, volkomen origineel is.

Expo #4 - Een onvervalste leugen

Wonderful Ife: een mond, twee ogen en een neus volstaan om van een geschilderd beeld een persoon te maken. Ife is een oude Nigeriaanse stad, die in de dertiende en veertiende eeuw een schitterende kunst voortbracht. We kunnen ons afvragen wat we te zien krijgen: een afbeelding van een masker, van een menselijk (beschilderd, getatoeëerd of met insnijdingen versierd) gezicht, of van een sculptuur van een gezicht. Damien De Lepeleire maakt beelden van beelden, voorstellingen van voorstellingen. Hij kopieert: een praktijk die eeuwenlang het leerproces in de kunstacademies domineerde en nu op sterven na dood lijkt. Paradoxaal genoeg is het precies in en via hun tekortkomingen, in de onmogelijkheid om de perfecte kopie te zijn, en bijgevolg in de kleine of grote afwijkingen ten opzichte van het origineel, dat deze afbeeldingen hun eigen autonomie en waarde verkrijgen. In Nieuwe bronzen van de Renaissance is met water aangelengde inkt in verschillende, transparante lagen aangebracht. Voor de New Arte Povera-serie maakt De Lepeleire gebruik van bladzijden uit veilingcatalogi om zich met een liefdevolle, speelse ernst recente meesterwerken toe te eigenen. De bronzen afgietsels van platgetrapte blikjes, getiteld Last Pogo in Veurne (naar een legendarisch, ‘laatste’ punkconcert), houden het midden tussen de bronzen Beer Cans van Jasper Johns en de tegels van Carl Andre; kunst waarop je mag – en die ontstaan is door er op te – trappen.