Johan De Wilde

Expo #30 - 10 jaar Emergent

Vooral de laatste tijd lijkt De Wildes interesse voor het getal Pi bijna zijn hele productie in te palmen. Dit is slechts een van de wel 8 lange reeksen tekeningen die aan het getal Pi gewijd zijn. Vanwaar deze bijzondere belangstelling? Voor De Wilde staat dit getal voor de onvermijdelijke eenzaamheid van de mens, in een universum dat weliswaar volgens bepaalde wiskundige algoritmes geordend lijkt, maar dat ons vanuit het perspectief van menselijke waarden en betekenissen zin- en doelloos toeschijnt. Welke betekenis kan er schuilen in de quasi eindeloze en schijnbaar volkomen willekeurige reeks cijfers na de komma van Pi, waarmee we onder andere de omtrek en opper- vlakte van cirkels of het volume van cilinders en kegels kunnen berekenen?

In de reeks die getoond wordt in 10 jaar Emergent, wordt elk cijfer na de komma van het getal Pi omgezet in een cirkel met een bepaalde kleur en met een diameter gelijk aan dat cijfer. Di- verse cirkels worden rond elkaar getekend, tot hetzelfde cijfer terugkeert - dan verplaatst de tekenhandeling zich, eerst op hetzelfde blad, vervolgens naar een volgend blad. Wanneer alle cijfers minstens één keer aan bod gekomen zijn, wordt de tekeningenreeks onderbroken door een foto. Deze is door De Wilde zelf genomen.

Het contrast tussen tekening en foto vormt een echo van de wanverhouding tussen de wereld van de wiskunde en de wetenschap enerzijds, en die van onze onmiddellijke indrukken en ervaringen anderzijds. Deze wanverhouding is onophefbaar.

Expo #8 - In Flanders Fields, Trademark

Johan De Wilde brengt in Emergent om en bij de honderd tekeningen, objecten, foto’s en een film samen, thematisch met elkaar verbonden in de herdenking van de Groote Oorlog. Veurne was het hoofdkwartier van de Belgische strijdkrachten. Twee uitgangspunten vormden de aanzet tot de creatie van deze verzameling. Eén: het uit de weg gaan van de bestaande beeldenstroom die met de herdenking van de Eerste Wereldoorlog gepaard gaat. Twee: wat herdenken we?

Expo #3 - Uitblinkend door afwezigheid

Traditioneel is de tekening een kunstvorm waarin het individu van de kunstenaar zich op de meest directe wijze aanwezig kan stellen: met één pennentrek schept het genie zijn eigen wereld, die onmiskenbaar zijn signatuur draagt. In scherpe tegenstelling daarmee zijn de meeste tekeningen van Johan De Wilde grotendeels de vrucht van een uiterst geduldige, repetitieve arbeid, namelijk het quasi eindeloos langs een lat trekken van potloodlijnen op karton. In dit soort repetitieve, quasi automatische, gedachteloze handeling, tevens typerend voor veel huishoudelijke arbeid of monnikenwerk, verdwijnt het ‘ik’ van de uitvoerder, oplossend in de handeling, en in de tijd en ruimte van het werk. Zo creëren De Wildes tekeningen een intieme ruimte, waarin niet alleen hijzelf kan verdwijnen. Ze bieden ook de toeschouwer de mogelijkheid van dit genoegen aan. In dit web van rechte lijnen duiken meestal motieven op. Dat kunnen kleinere of grotere figuren zijn, amorfe vlekken, woorden, cijfers of andersoortige tekens. Nu eens kopieert De Wilde een fragment uit de bijbel, dan weer een op straat gevonden boodschappenlijstje. In het grootschalige, meerdelige werk The Hands of Time zijn de verticale lijnen iets zwaarder aangezet dan gewoonlijk. Ze refereren bijgevolg ook iets nadrukkelijker aan het onophoudelijk, niet te stoppen, ongrijpbaar voorbijvlieden van de tijd, brokstukjes geschiedenis met zich meevoerend. In de diptiek History 061 / History 061bis, waarvan de delen zonder visuele verbinding met elkaar gepresenteerd dienen te worden, speelt de tekenaar een ingenieus spel met het beeldvlak en de virtuele ruimte van het beeld, tijd en ruimte, aan- en afwezigheid.