Expo #23 - Nu nog de rest
In een interview uit 2013 van Koen Brams en Dirk Pültau spreekt Alice De Mont (°1985) reeds over ‘het niets willen zeggen’. Dit is een terugkerende gedachte in haar oeuvre, alsook in de film Subject One, die ze momenteel in Emergent toont. De kunstenaar gaat op zoek naar een objectieve benadering van het kunstwerk, een objectivering van het ‘zeggen’. Indien er geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar is, zal de toeschouwer zijn blik moeten wenden tot het, in dit geval, onbenoemde.
We zien de Tsjechische acteur Miroslav Novak een door de kunstenaar uitgewerkt script naar zijn hand zetten. Hij start zijn deels geïmproviseerde monoloog reeds met: “I will say it in another way.” Initieel spreekt de acteur over een ongedefinieerd gebouw. Hij richt zijn denkbeeldige blik op een venster en besluit achteruit te deinzen om het grotere geheel te kunnen aanschouwen. Hoe meer afstand hij neemt, hoe meer hij het detail van het venster uit het oog verliest. Hij constateert dat het hij het detail en het geheel niet tegelijkertijd kan zien. Terwijl hij hierover reflecteert, zien we hem een gat boren in een plankje en kan de toeschouwer zijn aandacht bijvoorbeeld vestigen op de wijze waarop een personage zich in gedragingen en woorden tot een ruimtelijke structuur verhoudt.
Vervolgens neemt de acteur ons mee naar een bibliotheek uit zijn herinneringen. Hij tekent de ruimtes op de muur volgens hun bestaande, duidelijke en (hierdoor) aantrekkelijke structuur. Stapsgewijs begint hij onderverdelingen toe te voegen volgens zijn eigen logica, tot die bestaande structuur niet meer zo vanzelfsprekend is. Alice De Mont toont met Subject One de onmogelijkheid om te catalogiseren aan de hand van vaste stramienen. Het boek staat hierin symbool voor datgene dat niet in een bepaalde categorie past, waardoor de categorie zelf haar functie verliest.
Expo #19 - De la tranquillité/van het verpozen
Alice De Mont onderzoekt in video’s en installaties de totstandkoming van personages. Personages, als zijnde containers van de menselijke complexiteit. In recent werk spitst de kunstenares zich toe op het alter ego. Zo creëerde ze voor haarzelf het alter ego Subject 23, een kunstenares wier artistieke praktijk verhaalt over de onmogelijkheid om onze omgeving of de objecten erin te vatten of begrijpen. De Mont schiep dit alter ego uit een zekere noodzaak. De praktijk van het schilderen was voor de kunstenares immers slechts mogelijk wanneer ze, ver uit haar comfortzone, en in zekere zin ‘ontkoppeld’ van zichzelf, artistieke beslissingen kon nemen die niet echt de hare waren.
De installatie in de kelder van Emergent ensceneert de samenwerking tussen De Mont en haar alter ego. Een stilleven van plaasteren objecten, op tafels in metaal en glas, schikte ze te midden van enkele schilderijen, een plaasteren object op de vloer en drie afdrukken aan de muur. De objecten uit het stilleven worden subtiel gereflecteerd in het glas. Een ervan stut een, aan weerszijden beschilderd, tweedimensionaal werk en transformeert het zo tot een ruimtelijk gegeven. Een metafoor voor de wisselwerking tussen de twee artistieke praktijken. Het schilderij is, net als de overige zes in de ruimte, een vroeg werk van Subject 23. In zeven stappen en evenveel schilderijen ontleedde, abstraheerde ze een Japanse prent. Een gelijkaardig proces kan je ontwaren in het stilleven van De Mont. Een ons vertrouwd object, een fles, ontmantelde ze stapsgewijs tot een weinig duidende, schaduwachtige restfiguur.
Elders in de ruimte, op de kille vloer, rust een plaasteren plaat op twee betonstenen. Het gaat om een afdruk van een schilderij van Subject 23. De betonstenen die nu dienstdoen als piëdestal, dienden aanvankelijk om het schilderij opnieuw zijn oorspronkelijke vorm terug te schenken. Wanneer het schilderij, olieverf op MDF, afgegoten werd met plaaster, werd het immers vochtig en trok het krom. Wat verderop, bevestigd aan de muur, toont De Mont nog drie plaasteren afdrukken van schilderijen. Bij het maken van de afdrukken, bleef de vormentaal van Subject 23’s Japans geïnspireerde figuren achterwege. De natte plaaster slorpte slechts de verf op. Zo reduceerde De Mont de werken tot verglijdende kleurvlakken: van geel naar rood, van blauw naar groen, ongrijpbaar in tijd en ruimte.
In Marchin toont De Mont een ouder werk. Studie, testplank, testruimte gaat gebukt onder de tijd, een stilleven dat kraakt, kreunt, zucht en steunt. Sporen die verhalen over wat was en wat nog komen moet.