Expo #27 - Abstracte kunst bestaat niet
Sarah Westphals kunst spitst zich toe op (de zintuiglijke ervaring, de geschiedenis, het sociale weefsel van een) plaats, en op de vraag of en hoe deze in beelden gevat kan worden. In haar verkenningen van het spanningsveld tussen ‘verte’ en ‘nabijheid’, ‘beweging’ en ‘stilstand’, ‘binnen’ en ‘buiten’, speelt het raam een centrale rol. De lockdown was een beproeving. Westphal gebruikte polaroidfilms, die ze reeds op diverse reizen had meegenomen – verplaatsingen die de chemicaliën op de films wellicht aangetast hebben. Het fotograferen van de hoog gelegen vensters in haar atelier leidde tot een onbeheersbare kleurenexplosie. Ook een tweede reeks heeft het venster zelf als onderwerp, zonder dat we er iets doorheen zien.
Enkele jaren geleden verbleef ze in New Mexico. Het van bomen verstoken woestijnland- schap vertoonde een bijzondere lichtwerking en kleurenpalet, en bracht een desoriëntatie teweeg, een gevoel van leegte, een ander ritme. In de buurt bevond zich het Los Alamos Laboratory, een tot op vandaag afgesloten gebied, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog de eerste atoombom ontwikkeld werd. Westphal maakte grote, analoge foto’s met een lange belichtingstijd: door grote kleurvlakken beheerste beel- den, die herinneren aan de ‘soak stain’-techniek van schilders uit de Colorfield Painting als Helen Frankenthaler. Fotograferen is schilderen met licht.
Expo #19 - De la tranquillité/van het verpozen
Het werk van Sarah Westphal onderzoekt de onmiddellijke ruimte om haar heen: het interieur. Ze hanteert verschillende media zoals fotografie, beeldhouwkunst en installatie om de impact van het interieur op de menselijke beleving te documenteren. Als een archeoloog legt ze de sporen van menselijke aanwezigheid bloot. Ze kiest daarbij vaak voor vervallen of verlaten huizen. Het verglijden van de tijd is er duidelijk zichtbaar in bijvoorbeeld de door de zon gebleekte gordijnen, afbladerende laagjes verf of opkrullend behangpapier. Automatisch construeren onze gedachten een verhaal bij het zien van dergelijke uitgeleefde plekken. Op poëtische wijze ontrafelt ze de geschiedenis van een plek en laat ze die samenvallen met een persoonlijke geschiedenis. Soms gevonden, soms geconstrueerd.
In Veurne toont ze twee werken uit de reeks Des Espaces Autres. In Windows creëert ze aan de hand van twee foto’s van ramen op ware schaal een fictieve ruimte achter de tentoonstellingsmuur. Het spel tussen realiteit (de tentoonstellingsmuur) en het doorbreken ervan (de foto’s) stimuleert onze verbeelding. Dit voor de toeschouwer gecreëerde spel maakt ook deel uit van haar werk. Zoals in de foto Frostwork, te zien in Marchin. In een ander werk uit dezelfde reeks, Shelf, hangt ze een hedendaags schap aan een verweerde muur. Op die manier construeert ze een nieuwe ruimte waar twee tijdvakken samen komen.
In de tentoonstellingsruimte in Emergent toont Westphal een lichtbak getiteld Stubenfaenger (Fliege). Dit werk kan men zien als een modern vanitastafereel. Op zolder treft men een sculptuur aan die bestaat uit verschillende lagen oude gordijnen. De gedrapeerde stof refereert aan de schilderkunst van de Vlaamse Primitieven en resoneert met de eeuwenoude structuur van Huis De Valk. Ze vond de stof achtergelaten in een herenhuis uit 1775. Ook de muffe geur van het oude huis zit vervat in de sculptuur. Voor Westphal is dit een spoor van de bewoners die er inmiddels niet meer zijn. In huiselijke decors creëert Westphal een bevreemdend samengaan tussen heden en verleden.