Expo #19 - De la tranquillité/van het verpozen
Gesloten en discreet als hij was, genoot Maurice Pirenne (1872-1968) in zijn lange en intense carrière weinig erkenning. Hij was vooral iemand die emoties kon aanvoelen, een beoefenaar van de kunst die op zoek was naar eenvoud (hij werkte met pastels, olieverf op doek of karton, papier en houtskool, dikwijls gewoon aan zijn tafel), onafhankelijkheid, verdieping en authenticiteit. Hij was een emblematische maar zeer eenzame figuur van de Luikse schilderschool, of beter gezegd van de school van Verviers van de eerste helft van de 20ste eeuw. In die hoedanigheid doorkruiste hij de verschillende periodes en stromingen in de schilderkunst met een heldere blik, waarbij hij gelijke afstand hield van (of vriendelijk onverschillig bleef voor) zowel de aanhangers van de zuivere (of lyrische) abstractie, de vele stromingen waarvan de naam op -isme eindigde, of de terugkeer naar de figuratie: “Ik ben noch van de avant-garde, noch van de achterwacht. En ik behoor niet tot de kudde,” schreef hij, misschien verwijzend naar zijn eigen opvatting van verpozen en rust.