Maria Blondeel

EXPO #23 - NU NOG DE REST

Maria Blondeel presenteert restanten van een audiovisueel werk uit 1987. Sinds enkele jaren richt ze een retrospectieve blik op eigen werk, om daar eventuele rode draden in te onderscheiden. De installatie uit 1987, onder andere een diaprojectie annex performance omvattend, vertrok van een raadgeving van Paul Cézanne (1839-1906): “Traitez la nature par le cylindre, la sphère, le cône, le tout mis en perspective (...)” Voortbouwend op Oude Grieken als Pythagoras of Plato, geloofden Copernicus, Kepler en Galileï dat de wetmatigheden van de natuur en de kosmos door middel van de wiskunde ontsloten konden worden. Deze ‘mathematisering’ van de natuur heeft het moderne wereldbeeld ingrijpend bepaald. Tegelijk bevond Cézanne zich in een scharnierperiode. Net als zijn post-impressionistische tijdgenoten werd hij zich scherp bewust van de (onder andere door Henri Poincaré beschreven) onoverkomelijke tweespalt tussen abstracte geometrie en de concrete ruimtelijke ervaring. Blondeel maakt blauwdrukken volgens de techniek van het fotogram: objecten worden op het, met emulsie ingesmeerde, lichtgevoelige papier geplaatst. Wat door zonnestralen aangeraakt wordt, verliest zijn kleur.

De resulterende beelden, gepresenteerd in het halfduister, vervagen en verdwijnen van zodra ze aan zonlicht blootgesteld worden. In het lichte gedeelte worden een aantal digitale prints (die wel lichtvast zijn) getoond. In de contactafdrukken is te zien hoe blauwdrukken en fotonegatieven van dezelfde objecten over elkaar heen geprojecteerd werden, en vervolgens, nogmaals, gefotografeerd. Recent werd een selectie van die oude opnames op Japans papier afgedrukt; het resultaat hangt aan de lange wand. In stereoscopie genereert het uitsplitsen van de blauwe of groene component van het beeld enerzijds, en de rode anderzijds, beelden die, bekeken door een brilletje met kleurfilters, een 3D-illusie scheppen. Blondeel houdt van deze techniek, omdat ook ons gehoor meestal in stereo werkt. In de installatie van 1987 verbond ze letterlijk gezicht en gehoor door beelden van de diareeks om te zetten in geluid – ‘sonificatie’ genoemd. Daarnaast schreef ze een scenario voor drie stemmen, die simultaan met de diaprojectie werd voorgedragen. M.B. tast de vermogens en limieten van onze zintuigen af, alsook hun mogelijke verbindingen. De gehanteerde techniek, het gebruikte instrumentarium, genereert altijd een ‘vertaling’ van het materiaal, die het waarneembare resultaat in sterke mate bepaalt.