Expo #19 - De la tranquillité/van het verpozen
Raphaël Buedts (1946-2009) is een veelzijdige, multidisciplinaire en bedachtzame kunstenaar. In de luwte heeft hij een oeuvre uitgebouwd, dat tegelijk gevarieerd en coherent is, en dat meandert tussen sculptuur, meubel, tekening en schilderij. Zijn subtiele balanceren tussen abstractie en gevoel, tussen functie en vorm, tussen letterlijke en figuurlijke betekenis, getuigt van ongewone verlangens; getuigt, met vaardigheid, van de wankele en fragiele aan-
wezigheid van de dingen, maar ook van de extreme vrijheid van de creatieve geste. In de aan de kunstenaar gewijde monografie (S.M.A.K./ MER Paper Kunsthalle, 2009) karakteriseert Wim Van Mulders hem als een “stille en in zichzelf gekeerde man. Hij observeerde scherp, maar was karig met commentaar. Zijn oordeel klonk hard en kordaat (...). Buedts’ buitengewone en intieme beelden weerkaatsen de eigenzinnigheid van de man en zijn evoluerende inzichten. Het zoeken naar een geldig fundament voor kunst houdt in dat hij een concrete en mentale ruimte aanbiedt — als trapgat naar het hart — waarin een ademloze stilte heerst.”
Expo #1 - Constructies
Raphaël Buedts (1946-2009) begon zijn artistieke loopbaan met het uittekenen en construeren van meubels. Belangrijke jeugdherinneringen, die altijd een rol zijn blijven spelen, waren: de patronen en rollen stof van zijn moeder, naaister; zijn oom die met een krijtje op de met meel bestofte balken van een molen het aantal gevulde zakken bijhield; de glooiingen en voortdurend wisselende perspectieven van de landschappen rond Mater. Tussen het omringende, soms zelfs vrij jonge geweld van deze tentoonstelling oogt het werk nog altijd fris. Het dankt die veerkracht aan de onophoudelijke dialectiek die dit oeuvre aanstuurde. Raphaël Buedts was tekenaar, schilder en beeldhouwer. Die verschillende handelingen of operaties, waarbij het rationele en gevoelsmatige, de geometrie en het aftasten van de dingen in voortdurende interactie waren, werkten op elkaar in. Niet om tot een soort allesomvattende synthese te komen, integendeel. Als het voortdurende pendelen al eens een ogenblik van harmonie opleverde, dan kon dat hooguit momentaan zijn. Het was de voortdurende wisselwerking zelf – en als het niet klonk, dan botste het – die de essentie van dit oeuvre vormde. Constructies omvat tekeningen uit diverse periodes.