Vincent de Roder

Expo # 27 - Abstracte kunst bestaat niet

Het was een rel, in het Stedelijk. Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue van Barnett Newman, nogmaals gevandaliseerd. Eerst was een man het doek met een mes te lijf gegaan. Daarna had de vaste restaurateur van Elsworth Kelley het met de verfrol ‘hersteld’. Maar zelfs Newmans ‘color- field painting’ bevat nog een virtuele, picturale diepte. Het is in vele lagen met hand en borstel geschilderd, tot het zijn kenmerkende, sublieme kleurintensiteit bezit. Niets van deze existentiële heroïek bij Kelley. In de Post-Painterly Abstraction worden tape en verfrol gehanteerd om velden in te kleuren en simpelweg dicht te schilderen.
Het werk van Vincent de Roder hoort onmiskenbaar in die laatste traditie thuis. Waar Newman’s verticalen (‘zips’) een negatiefruimte tussen de kleurvelden vormen, liggen de Roders lijnen op de velden die ze indelen en ritmeren; hun enige gelaagdheid is letterlijk. Deze werken bevatten geen virtuele diepte; de enige ruimte van het werk is de concrete plek waarin ze, als een letterlijk ding komen te hangen. Sommige werken zijn, als een blitse sportwagen, in uiterst strakke maar fragiele laklagen gerealiseerd. Andere vertonen, als een oude kast, de sporen en vlekken van deze, alledaagse wereld, waar ze hun inspiratie, weerbarstigheid en onvolkomenheden halen.