Expo #35 - Enlightened Fountains Pt. 2
Frank Van Den Berghe vertrekt vanuit de codes van de schilderkunst. Hij onderzoekt de artistieke basiswoordenschat via vorm en oppervlak. Zelf omschrijft hij zijn werk als ‘fundamentele kunst’, aanleunend bij het constructivisme. Ooit maakte de kunstenaar deel uit van de Nieuwe Rococo, een Gents kunstenaars-collectief dat slechts kort bestond van 1967 tot 1969. Enkele andere kunstenaars van dit collectief waren Leo Copers, Frank Liefooghe, Arnold Goes, Didier Bontinck en fotograaf Jacques Verstraeten. In de lijn van het gedachtegoed van dit collectief, dat zijn inspiratie oorspronkelijk haalde bij Roger Raveel, schilderde Van Den Berghe vroeger overwegend picturaal. Daarna ging hij over tot een soort figuratief constructivisme. Later werd het werk louter niet-figuratief.
Van Den Berghe functioneert het liefst vanuit de luwte. De man en zijn werk zijn quasi onvindbaar op het internet. Dit versterkt de notie dat het over het werk en niet over de kunstenaarscultus gaat. De werken, een voor een uitgepuurde objecten en tekeningen, lijken genoeg te hebben aan zichzelf en hun aanwezigheid in de ruimte. Die radicale aandacht voor zichzelf zorgt voor verwarring en lijkt daarmee te verwijzen naar het niet-fysieke, mentale aspect van het kunstwerk.
Waarom iets treffend is, aanspreekt of ontroert, kan niet altijd exact omschreven worden. De kunstenaar schittert dan ook in zijn stilzwijgen.