Ariane Loze

Expo #30 - 10 jaar Emergent

Ariane Loze beschrijft haar werken als “een dans met de camera.” Ze zijn een onderzoek van het lichaam en zijn potentieel. Het eigen lichaam is haar voornaamste instrument. Loze neemt niet alleen alle rollen voor haar rekening, ze is tegelijkertijd ook regisseur, cameravrouw, scenarist en editor. Met haar bijzondere manier van werken legt ze het artificiële karakter van film bloot en duidt ze meteen ook onze waarnemingsmechanismen. De kunstenaar dwingt de toeschouwer in een actieve rol: hij of zij moet zijn of haar verbeelding aanspreken om het ver- haal te kunnen creëren door slechts gebruik te maken van de basisprincipes van filmmontage: shot en countershot, continuïteit van beweging en de suggestie van een verhaal.

Élévations speelt zich af in een kerk, hoogzomer. Ariane Loze verkent relaties tussen diverse ruimtes: de helverlichte stad buiten versus het schaduwrijke kerkinterieur; dit tastbare interieur, waarin enkele toeristen even ontsnappen aan de loden hitte, versus de diverse virtuele ruimtes van de vele schilderijen, muur- en plafondschilderingen waar de ogen van de kerkbezoekers over glijden. Een kerk laat niet toe naar buiten te kijken, tenzij naar de hemel; verder dienen vensters enkel om het licht binnen te laten. Wanneer de camera naar het plafond gericht is, opent deze zich nu eens als een vat vol betoverende, hemelse verschijningen; dan weer zien we de barsten in een met laagjes verf bedekt houten plafond.

Expo #26 - AU-DELÀ … EN DEÇÀ …

« C’est clair, la direction dans laquelle on va? Parce que là on va faire un travail assez détaillé sur le texte. On cherche ce qui est au-delà, en-deçà, en recule, derrière, au-dessus, au-delà de la personne. » (uit: Ariane Loze, Les Hauts-Plateaux

In Emergent presenteert Ariane Loze (°1988, woont en werkt in Brussel) niet minder dan 7 films. Het begrippenpaar uit de titel valt te horen in een van de films. Het bevat ook een verwijzing naar Stéphane Mallarmé, en naar Marcel Broodthaers. Broodthaers liet, geïnspireerd door Mallarmé, de woorden “AU-DELÀ … EN DEÇÀ …” figureren in de film Au-delà de cette limite. Deze speelt zich grotendeels af in een Parijs metrostation, waar we mensen gestadig zien trappen op- en aflopen. De negentiende-eeuwse Franse dichter Mallarmé streefde ernaar om het ‘absolute’ te vatten, om de hoogste regionen van de verbeelding te bereiken, ‘voorbij’ alles en iedereen. Na een persoonlijke crisis kwam hij tot het inzicht dat dit enkel mogelijk is wanneer de kunstenaar telkens opnieuw terugvalt op de basale, morsige materie waarmee hij of zij kunst creëert, én met de medewerking van de toeschouwer.

Deze spanning – tussen elementaire materie en sprankelende verbeelding, tussen de beperkingen van het ‘hier en nu’ en de grenzeloze beloftes van het ‘mogelijke,’ of tussen het particuliere en het algemene, het individuele en het meervoudige, het persoonlijke en het gemeengoed – vormt tevens een leidraad in Ariane Lozes oeuvre, en werd het uitgangspunt voor de selectie van deze 7 films.

Expo #13 - Kunst om het lijf

Ariane Loze (1988) beschrijft haar werken als "een dans met de camera". Ze zijn een onderzoek van het lichaam en zijn potentieel. Het eigen lichaam is haar voornaamste instrument. Met een minimum aan middelen, één lichaam en een camera, maakt ze films. Loze neemt niet alleen alle rollen voor haar rekening, ze is tegelijkertijd ook regisseur, cameravrouw, scenarist en editor. Met haar bijzondere manier van werken legt ze het artificiële karakter van film bloot en duidt ze meteen ook onze waarnemingsmechanismen. De kunstenaar dwingt de toeschouwer in een actieve rol: hij of zij moet zijn of haar verbeelding aanspreken om het verhaal te kunnen creëren door slechts gebruik te maken van de basisprincipes van filmmontage: shot en countershot, continuïteit van beweging en de suggestie van een verhaal. Net als Robert Devriendt doet Loze hiervoor beroep op de database van filmkennis waarover wij allen beschikken. De kunstenaar speelt in op onze onweerstaanbare drang om beelden te interpreteren en te associëren tot een samenhangend verhaal. Loze tast voortdurend de grenzen af van continuïteit en narrativiteit. Hoe ver kan ze gaan? Wat moet ze minimaal bieden opdat de toeschouwer de beelden verbindt?