Dimitri Vangrunderbeek

Expo #23 - Nu nog de rest

Dimitri Vangrunderbeek (°1964) ontleedt in zijn werk vertrouwde voorwerpen en hun betekenis. De reconstructie die het uiteindelijk tot een kunstwerk maakt, gebeurt in de geest van de toeschouwer. Het proces van de kunstenaar blijft voortdurend waarneembaar. In Sculpture Post wordt het proces als een beeldende kwaliteit gezien. De kunstenaar brengt hier verscheidene elementen samen uit vier vroegere installaties. De lampenkappen werden bijvoorbeeld in een andere gedaante reeds in het M HKA getoond.

Ook in zijn Tracing Drawings zien we duidelijk de beweging van het schikken en herschikken. Vangrunderbeek maakt zijn composities door, in dit geval, een spiegel of een tablet keer op keer te verleggen en te traceren met potlood, waarbij hij haast elke mogelijkheid van het instrument toont. Hier en daar is de lijn krachtig en zelfzeker, elders is ze licht, vloeiend en twijfelend.

Vangrunderbeek beschouwt zijn atelier als een beeldende entiteit en licht dit uit in de reeks Untitled. De twintig ‘tegels’ hebben elk afzonderlijke benamingen, die verwijzen naar plaatsen en/of kunstenaars. Het zijn plaasteren afgietsels van een schetsproces op betonplaten. De notie van de tegel is enerzijds een verwijzing naar decoratieve wandtegeltjes, anderzijds verdwijnt dit gegeven omdat ze directe linken tonen met de ruimte waarin ze verwekt zijn. Er ontstaat een mentale tussenruimte tussen het object en de plek waar deze zich bevindt. De afstand waarmee de toeschouwer zich tot het werk verhoudt, bepaalt mede de lezing van het werk. Vanuit een nabij standpunt wordt het werk meer tastbaar en tactiel. Hoe verder we onszelf ervan verwijderen, hoe meer totaliteit en figuurlijke afstand ontstaat. Iets in plaaster gieten heeft bovendien een hoge symbolische waarde. We doen dit om iets wat belangrijk is, en niet verloren mag gaan, te vereeuwigen. Zo vereeuwigt de kunstenaar zijn schetsen, waarbij hij overigens geen volledige controle heeft over het resultaat. Toevalligheden als roest en loslatende verf maken op hun beurt tekeningen in het vooropgestelde beeld. Dit zorgt ervoor dat het werk opnieuw een teugelloze schetsmatigheid krijgt. Ook het gegeven dat de werken genummerd zijn, suggereert een chronologie en een vervolg, als in een schetsboek.